Revalidatieverpleegkundige Charlotte moest zelf revalideren: 'Ik herkende de angst om te stikken'
- 23 augustus 2021
- V&VN magazine
- Coronavirus
- Neuro & Revalidatie
Charlotte Meier (36) is revalidatieverpleegkundige van Reade, een expertisecentrum voor revalidatie en reumatologie in Amsterdam, waar ze onder meer werkt met mensen die covid hebben gehad. Een half jaar geleden raakte ze zelf besmet.
Op een dag kreeg ze een patiënt die alleen nog maar met zijn ogen kon knipperen. “Heel heftig”, zegt de revalidatieverpleegkundige in haar werkkamer aan de Overtoom. “Een jonge man nog, in de dertig – hij had een verkeersongeluk gehad. Hij kon je wel horen en verstaan, maar begreep niet alles. Als hij dan wakker werd, zetten we hem in een grote ‘passieve’ rolstoel waar hij niet uit kon vallen. Langzaam, heel langzaam, kon hij weer bewegen. Zijn kinderen zagen hoe hij weer een beetje kon lopen – die kregen hun vader enigszins terug. Ik kon zien hoe blij die man zelf was met elke vooruitgang. Door de lach in zijn ogen. Zo’n succesverhaal geeft enorm veel voldoening.”
Van onderwijs naar zorg
Charlotte Meier is nu bijna zes jaar verpleegkundige. Daarvoor deed ze iets heel anders: ze stond voor de klas, als kleuterjuf. “Lesgeven vond ik op zich leuk, maar niet de verslaglegging – die meestal alleen werd gelezen als de onderwijsinspectie langskwam. Kleuters moesten al drielettergrepige woorden kunnen lezen en schrijven, terwijl ik de sociale en emotionele ontwikkeling veel belangrijker vond. Puur vakinhoudelijk kreeg je sowieso weinig respons of erkenning. Soms zeiden ouders dat je een fijne juf was, maar een goede juf? Dat hoorde je eigenlijk nooit. In 2011 besloot ik tot een omslag.”
“Mijn zus zat in de verpleging, dat leek mij leuk. Ik ging mbo-verpleegkunde doen. Werken in een ziekenhuis vond ik leuk maar ook hectisch. Je hebt ook minder contact met patiënten, omdat ze relatief kort blijven. Uiteindelijk koos ik voor revalidatie. Ik kom uit het onderwijs, hè. Ik leer mensen graag dingen. Een docent op de pabo zei altijd: ‘Charlotte, je moet ze laten denken: help mij om het zelf te doen.’ Nou, dat doe ik eigenlijk nog steeds.”
Angst om te stikken
Met het uitbreken van de coronapandemie raakte de zorg enigszins ontwricht. Wat waren voor haar afdeling de gevolgen? “In de weken en maanden na de uitbraak kregen we steeds meer patiënten die met corona in het ziekenhuis waren opgenomen. Veelal hadden ze op de IC geïntubeerd op hun buik gelegen, op het randje van de dood. Ze kwamen bij ons met allerlei klachten, van doorligwonden tot kortademigheid. Sommigen hadden nog steeds zuurstof nodig. Mensen waren moe. Heel moe. Wij probeerden ze weer te mobiliseren, in beweging te brengen – om conditie op te bouwen.
Ik was ook zo moe. Voor het slapengaan zat ik soms te malen van: dadelijk ben ik te vermoeid om adem te halen.
“Wat mij opviel was: de angst. Het virus slaat op de longen, hè. Mensen hadden het gevoel dat ze stikten. Ze waren heel bang dat ze opnieuw zo benauwd zouden raken en durfden zich niet echt in te spannen. Ik werk normaal gesproken met revalidanten met niet aangeboren hersenletsel, denk aan een bloeding, infarct of trauma. Bij hen zie je ook angst, de angst dat een beroerte terugkomt. Bij coronapatiënten is de angst directer aanwezig, die ligt meer vóór in het hoofd. Daarom werken we in onze teams niet alleen met fysiotherapeuten en ergotherapeuten, maar ook met psychologen.”
Ochtendgymnastiek
Het is een rot virus. Of niet? “Ja. Zeker. Ik heb het gezien én meegemaakt. Ik raakte zelf besmet, in november 2020. Hier, in deze kamer. Ik zat op anderhalve meter van een collega, en die had op dat moment geen klachten. Ze moest niezen. En ja, dat gaat alle kanten op. Een dag later testte ze positief. Twee dagen later voelde ik al de eerste verschijnselen: verhoging, hoesten, benauwd... Later kreeg ik ook nog hartkloppingen en smaakverlies. Drie maanden kon ik niet werken.”
“Het allerergste was de benauwdheid. Dat je naar lucht moet happen, dat ademhalen een bewuste handeling is geworden. Ik was ook zo moe. Voor het slapengaan zat ik soms te malen van: dadelijk ben ik te vermoeid om adem te halen. Dan stik ik gewoon! Ik zit hier alleen in m’n huisje, wie gaat mij vinden? Ik woonde toen nog niet samen. De verpleegkundige Charlotte zei dan: stel je niet zo aan. Maar dat voelde effe niet zo. In de ochtend had je ochtendgymnastiek op televisie. Dat ging ik eens proberen. Nou, ik hoefde me maar even in te spannen of m’n hart ging met 180 tekeer.”
Herkende de angst
Ze moest zichzelf revalideren. Practise what you preach – lukte dat? “Uiteindelijk wel. Ik zeg tegen elke revalidant: ga niet forceren, liever op een dag twee of drie stukjes lopen dan één veel te lang rondje. Ik was zelf vrij eigenwijs en ongeduldig, dan liep ik weer te veel en was total loss. Voelde ik me weer een dag ellendig.”
Vakmatig was het voor mij heel leerzaam en verrijkend om aan de andere kant van het spectrum te hebben gestaan.
“Op sommige dagen zakte de moed me in de schoenen. Ik herkende de angst die ik bij coronapatiënten op de afdeling al vaak had gezien – de angst om te stikken. Ik had ook zorgen om de langetermijneffecten van covid. Als iemand een bloeding of infarct heeft gehad, kun je na verloop van tijd wel enigszins zeggen wat de prognose gaat zijn. Van covid weten we dat niet. Hoe ver ga ik het schoppen met mijn herstel? Kan ik straks weer aan het werk, liefst volle bak? Ik klim graag. Rotsklimmen – ik ben geen alpinist. Daar haal ik enorm veel plezier uit, maar het vraagt ook om kracht en lenigheid. Kan ik dat straks nog wel?”
Aan de andere kant
Hoe is het nu? “Ik klim alweer. In maart heb ik twee routes gedaan die voor mij heel makkelijk zijn. De dag daarna was ik weer total loss, maar het gaat steeds beter. Ik ben inmiddels nagenoeg hersteld. Het voordeel van sporten is: je bent gewend om je fysieke grens te zoeken. Bij revalidatie is dat een voordeel boven een patiënt die stilzit en boeken leest.”
“Het einde van de pandemie is in zicht. Bij ons zijn één tot twee patiënten van de tien nog coronagerelateerd. Vakmatig was het voor mij heel leerzaam en verrijkend om aan de andere kant van het spectrum te hebben gestaan. Mensen die revalideren zijn vaak het vertrouwen in hun lichaam kwijt, hè. Wat vanzelfsprekend was, is niet langer vanzelfsprekend. En dan de angst bij benauwdheid... Ik ken dat nu. Als revalidatieverpleegkundige heb ik meer begrip, meer geduld gekregen. Een langere adem, om het zo maar te zeggen.”
Bron: V&VN Magazine 3-2021 | Tekst: Pieter Webeling | Foto: Frank Ruiter
Word lid en praat mee!
Samen met 105.000 leden maken we ons als beroepsvereniging sterk voor professionalisering van de beroepen verpleegkundige, verzorgende en verpleegkundig specialist. Leden horen, zien en helpen; dat is waar we als V&VN voor staan. Wil jij invloed hebben op hoe jouw beroep zich ontwikkelt? Word lid van V&VN.